@peterklosters volgen
Na morgen heeft Daniël Ghita zijn vijfde partij van dit jaar alweer achter de rug. In Brussel maakt Dzevad Poturak grote kans het volgende slachtoffer te zijn van een explosie aan Roemeense stoot- en trapcombinaties. Dit jaar lijkt Ghita hongeriger dan ooit. Maar wat drijft deze vechtmachine?
Hoewel de titelhouder van It’s Showtime niet van plan is om stil te zitten, neemt hij wel de tijd om enkele vragen te beantwoorden. Wanneer Ghita zich rustig in het Engels uit kan drukken, wordt al snel duidelijk dat het karakter van deze altijd koelbloedig ogende Oost-Europeaan een stuk minder gesloten is dan je wellicht van hem zou verwachten. Voor het leesgemak zijn zijn woorden naar het Nederlands vertaald.
“Ik wil niet stil blijven staan in mijn ontwikkeling”, legt de Roemeen uit als het over het grote aantal gevechten van dit jaar gaat. “In eerste instantie probeer ik gewoon verder te komen door iedereen KO te slaan. Als ik daar nog een record mee kan breken is dat mooi.”
Ghita benadrukt dat hij zichzelf deze druk van al die partijen oplegt. Natuurlijk weet hij dat promoters graag de naam Daniël Ghita op hun cards zetten, om fans tevreden te stellen en om publiek te trekken. Ghita verklaart: “Die druk voelen we allemaal en iedereen op zijn manier, maar voor mij is het vooral belangrijk dat ik vecht. Het is een essentieel onderdeel van mijn training.”
Over de toekomst van het kickboksen is de om zijn lowkicks gevreesde vechter positief. “Het niveau is hier erg hoog en er is genoeg kwaliteit voor de sport om te groeien. Alleen met de bedragen die er in de UFC omgaan, kunnen we ons nog lang niet meten.”
De agenda zit voor de komende tijd nog vol voor de gedreven wereldkampioen. Toch sluit hij een overstap naar MMA niet uit. Wanneer hij de vraag hoort hoe het met zijn vaardigheden op de grond staat, schiet hij even in de lach. “Ik kan het wel een beetje, omdat ik in Roemenië wel Jiu Jitsu heb getraind. Of dat voldoende is, valt nog te bezien”, zegt Ghita zichtbaar bedenkelijk.
Tot nu toe lijkt Ghita ook nog veel plezier aan het staande werk te beleven. Dat blijkt wel wanneer hij over zijn beleving van het spelletje spreekt. Met glimmende oogjes en een brede grijns vertelt de Roemeen: “Ik zie vaak wel dat mijn trappen niet bepaald fijn zijn voor mijn tegenstander. Dan zie ik ze schrikken. Vaak varieer ik dan met stoten of trappen en op het juiste moment raak ik ze weer op de plek. Het is erg bevredigend om de pijn in de ogen van mijn tegenstander te zien”.
Op dat moment wordt het gesprek onderbroken door een potige kerel met een Slavisch accent. “Excuse me sir”, zegt Dzevad Poturak. “This is my brother from another mother.” De twee mannen die elkaar morgen in de ring treffen, schudden elkaar lachend de hand.
Wanneer Poturak afdruipt en Ghita de vraag hoort over hoeveel pijn Poturak morgen zal voelen zegt de Roemeen ogenblikkelijk: “Veel pijn. Heel veel pijn denk ik.” Ondanks de vriendschap tussen hem en de Bosniër, is Ghita gebrand om zijn tegenstander uit te schakelen.
Ondanks de grote concurrentie lijkt hij voor niemand bang. In zijn eerste partij tegen Hesdy Gerges liet hij dat zien. De dekking ging omlaag en Gerges mocht een paar keer gratis op zijn gezicht slaan. “Dat was om hem te zeggen dat hij mij niets kan maken met als doel hem te breken. Puur psychologisch”. Er lopen echter genoeg vechters rond die gevaarlijk zijn, maar de vechter die het gevaarlijkst is voor Daniël Ghita, is volgens hem: “Daniël Ghita”.